Juichend over de finish suizen, na een aanval die 180 kilometer eerder begon, de remmen dichtknijpen, een blik werpen in de kinderwagen en zeggen: “Ik zal ‘m maar laten slapen, zeker?” Daar moest je Wout Van Aert (26) voor zijn, zondag in Wevelgem. Of hoe coureurs tegenwoordig ook vaders mogen zijn; of andersom, het is maar hoe je het bekijkt.